Sportief bewegen kan bijdragen aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. Zo staat het in de Sportagenda 2032 van NOC*NSF. En het is een van de uitgangspunten van het ZonMw-programma MOOI in Beweging. Samenwerken tussen de sportwereld en sport- en beweegonderzoek ligt dus voor de hand. In dit zevende artikel in de reeks over samenwerking vertelt Guido Davio over het partnerschap tussen NOC*NSF en ZonMw.

Als persoon vertegenwoordigt Guido Davio waar hij als directeur Sportparticipatie bij NOC*NSF voor staat: de breedtesport in Nederland. Hij vindt ‘alles met een bal’ leuk, van tennis en hockey tot basketbal, maar ook duursporten hebben zijn hart. Hij stapt graag op een racefiets of mountainbike, of loopt een rondje hard. Professioneel is Davio ook altijd breed georiënteerd geweest. In 2012 begon hij bij de hockeybond, waarna hij vanaf 2016 bij volleybalbond Nevobo werkte, de laatste jaren als directeur. ‘In 2023 kreeg ik de kans om er vanuit NOC*NSF aan bij te dragen dat zoveel mogelijk mensen in Nederland kunnen genieten van sporten en bewegen.’
Genieten van sport
Davio gebruikt bewust het woord ‘genieten’. Sportief bewegen heeft beslist een rol in grote maatschappelijke opgaven als gezondheidsbevordering en sociale cohesie, stelt hij. Maar sporten en bewegen zijn intussen ook gewoon leuk. ‘In ons land sporten zo’n 4,2 miljoen mensen in verenigingsverband. Een grote groep gaat naar ondernemende sportaanbieders, zoals de fitnessclub om de hoek. En je hebt de mensen die individueel hun hardloopschoenen aantrekken, op de fiets stappen of in een boot. Alles bij elkaar sporten en bewegen ruim 12 miljoen Nederlanders op een manier die bij ze past. Wij willen naar 14 miljoen.’ In percentages lijkt dat misschien geen grote sprong, vervolgt Davio, maar juist het laatste deel is uitdagend. Dan gaat het bijvoorbeeld om mensen die wel iets anders aan hun hoofd hebben dan naar een sportclub gaan en die het misschien niet kunnen betalen. Of bijvoorbeeld om de 13- tot 18-jarigen, een leeftijdsgroep die na de coronabeperkingen gemiddeld nog altijd achterblijft in hun beweeggedrag.
Het hele plaatje
De opgave is fors. Dat wordt ook duidelijk weerspiegeld in de zes complexe maatschappelijke uitdagingen die in MOOI in Beweging zijn geformuleerd, het ZonMw-programma waarvan NOC*NSF medeopdrachtgever is. Davio: ‘Een ervan is dat bewoners in aandachtswijken nog altijd minder bewegen. Een andere is de achteruitgang van de motoriek bij kinderen. En een heel belangrijke voor het realiseren van onze ambities: het onvoldoende benutten van sportfaciliteiten, juist ook voor andere maatschappelijke doelen dan sporten en bewegen.’ Zo komt Davio vanzelf uit bij het thema samenwerking, want al deze grote opgaven kunnen we volgens hem alleen maar samen aanpakken. ‘Als je niet samenwerkt, kijk je door een koker naar de werkelijkheid. Het klópt wel wat je ziet, maar je hebt nooit het hele plaatje in beeld. Dan kun je ook niet tot de beste oplossing komen.’
Het hek opendoen
Davio illustreert het met een voorbeeld. ‘Er zijn in Nederland zo’n 21.700 sportverenigingen. Het is onbetaalbaar wat alle leden, vrijwilligers, trainers en coaches daar doen. Maar het is ook kwetsbaar. Want stel dat een gemeente vanuit een inzet op beweegstimulering overdag iets wil organiseren? Wie doet dan bij wijze van spreken het hek open? Je zult met meer partners moeten samenwerken om de beschikbare sportfaciliteiten optimaal te gebruiken. Daarnaast is het zaak om ook binnen de verenigingsport meer betaalde mensen in te zetten om de uitvoeringskracht te vergroten. Er zit veel power bij de vrijwilligers. Maar nu de maatschappelijke opgave voor de sport steeds groter wordt, is ook een professionaliseringsslag nodig. Zodat iedereen kan doen waar hij of zij goed in is.’
Samen antwoorden zoeken
NOC*NSF is enthousiast over de samenwerking binnen MOOI in Beweging. Het begon wat Davio betreft al met het gezamenlijk formuleren van de zes maatschappelijke uitdagingen. ‘Die zijn niet gekozen vanuit een theoretische werkelijkheid, maar met inbreng van alle relevante partners in de échte wereld. Door een dialoog tussen de kennisinstituten en de sector zijn we tot fundamentele vraagstellingen gekomen, waaraan we samen willen werken. Zo ontstaan nieuwe kennisnetwerken, geworteld in de praktijk.’ De sport- en beweegwereld leert ook veel van het samenwerken in een onderzoeksprogramma, vervolgt Davio. ‘We zijn een ‘doenerige’ sector, en zeker bij grote maatschappelijke kwesties wil je eigenlijk al gísteren een oplossing hebben. Terwijl wetenschap meer tijd nodig heeft om dingen echt goed uit te zoeken. Ook daar is samenwerking onmisbaar, zodat je onderweg bij elkaar in de buurt blijft. En samen zorgt voor een goede transfer van nieuwe kennis naar het veld. Je moet een iteratief proces willen aangaan, waarin je met elkaar zoekt naar de beste antwoorden.’
Maatschappelijk rendement
NOC*NSF is concreet betrokken bij veel thema’s van MOOI in Beweging. Davio noemt District Spots, bedoeld voor sport en andere wijkactiviteiten voor en door jongeren. Dat sluit nauw aan bij het MOOI-project Wij(k) In Beweging, dat inzet op een ‘wijkgerichte transitie naar meer sociale gelijkheid door sport en bewegen’. Zodat ook mensen met een lagere sociaaleconomische positie meer kunnen bewegen. Davio: ‘Aansluitend bij mijn eerdere voorbeeld noem ik ook SPOT ON, dat best practices ophaalt van sportfaciliteiten die veel breder benut worden dan op vergelijkbare locaties. Je ziet prachtige locaties die er doordeweeks overdag vaak verlaten bijliggen. Terwijl je veel meer maatschappelijk rendement kunt halen uit al die vierkante meters in de publieke ruimte.’
Samen meer waarde creëren
Voor dat nuttige gebruik moeten we breder denken dan alleen in termen van sporten en bewegen, vervolgt Davio. Hij wil niet te veel op onderzoeksresultaten vooruitlopen, maar er zijn aanwijzingen dat sportterreinen – met hun grote oppervlaktes aan doorlaatbare bodem – bijvoorbeeld heel goed bruikbaar zijn als waterbuffer. ‘Als je dit soort dwarsverbanden ziet, gaat het niet langer over concurrerend gebruik van de ruimte. Dan worden sportfaciliteiten onderdeel van de oplossing. En is het ook logisch dat wethouders vanuit hun beleidsterreinen gaan samenwerken, omdat ze gemeenschappelijk waarde kunnen creëren die breder is dan hun eigen domein. Zo kom je tot een optimale maatschappelijke opbrengst per vierkante meter.’
Cruciale kennistransfer
Davio hoopt dat MOOI in Beweging bijdraagt aan het fundament voor een sterkere sportsector. Door kennis en ervaring te bundelen, kom je volgens hem tot structurele verbeteringen. Cruciaal is dan een goede kennistransfer van de kennisinstituten naar de uitvoeringspraktijk, én andersom. Davio: ‘Er is één ding wat ons allemaal verbindt: de drive om samen te zorgen dat zoveel mogelijk mensen plezier hebben in sporten en bewegen. Willen we als samenwerkingspartners op die 14 miljoen bewegende Nederlanders uitkomen, dan hebben we ieders kwaliteit én uniciteit hard nodig.’
Tekst: Marc van Bijsterveldt (november 2025)
Foto: NOC*NSF
Guido Davio is directeur Sportparticipatie bij NOC*NSF. Hij is verantwoordelijk voor het breedtesportbeleid van de sportkoepel. Samen met de sportbonden en de maatschappelijke partners van NOC*NSF zet hij zich met zijn team in op het realiseren van de doelen van het Sportakkoord en de Sportagenda 2032 van NOC*NSF, bedoeld om van Nederland het sportiefste land ter wereld te maken.
