Mensen bij elkaar brengen in praktijkgericht onderzoek rond sport en bewegen is een belangrijk doel van het Lectorenplatform Sport en Bewegen. In dit zesde artikel in de reeks over samenwerking vertellen Sanne de Vries en Steven Vos over de bijdrage van het platform aan het programma MOOI in Beweging.


Foto: Arenda Oomen

Praktijkgericht onderzoek doen naar belangrijke maatschappelijke vraagstukken rond sport en bewegen, daarvoor staat het Lectorenplatform Sport en Bewegen. Het platform startte in 2016 als pilotproject voor de platformregeling van regieorgaan SIA, bedoeld om lectoren te laten samenwerken op hun gemeenschappelijke thema’s. Voor de 14 lectoren van 8 verschillende hogescholen die het platform vormen, zijn dat complexe vraagstukken die ook centraal staan in MOOI in Beweging, vertelt voorzitter Sanne de Vries. ‘Denk aan het bevorderen van bewegen voor kwetsbare groepen, zoals mensen in een lage sociaaleconomische positie. Of de verminderde motorische vaardigheden bij kinderen.’

Samen leren

Steven Vos ziet het lectorenplatform als voorloper van MOOI in Beweging. De vanuit het platform gerealiseerde verbinding tussen onderzoek, praktijk, beleid, lokale organisaties en ondernemers, is ook dé kracht van het ZonMw-programma, zegt hij. ‘En je ziet het in de thema’s. De eerste 3 onderwerpen van onze Praktijkgerichte Kennis- en Innovatieagenda Sport en Bewegen
zijn: Nederland in beweging, vaardig in sport en bewegen, en de meervoudige waarde van sport en bewegen. Dit raakt de complexe maatschappelijke uitdagingen binnen MOOI in Beweging.’ Bovendien, vult De Vries aan, sluit de platformaanpak goed aan bij wat MOOI wil: gebruikers, onderzoekers, overheid en bedrijfsleven samen laten leren, innoveren en implementeren. ‘Wij schakelen niet alleen met universiteiten en mbo’s rond onderzoek. Praktisch samenwerken leer je al in de opleiding. Onze studenten lopen als toekomstige professionals immers stage op scholen, bij verenigingen en sportorganisaties – inclusief lokale ondernemingen – en bijvoorbeeld gemeenten. Ook dit bevordert de lerende samenwerking tussen partners, nu én op de langere duur.’

Systeemaanpak

De verbondenheid tussen het lectorenplatform en MOOI in Beweging is als vanzelfsprekend. Vos zit namens het platform in de adviesraad van het programma. Daarnaast doet het platform mee in bijna alle projecten die gefinancierd worden vanuit MOOI. De Vries: ‘Ik werk vanuit De Haagse Hogeschool bijvoorbeeld aan ACT2ACT, dat 3- tot 6-jarige kinderen beter wil laten bewegen. Hierbij delen we onze ervaringen rond co-creatie in de regio, met de doelgroep zelf en met alle partijen die kunnen bijdragen. Het gaat bij complexe vraagstukken per definitie om een systeemaanpak. Er is niet één knop waaraan je kunt draaien. Je moet met elkaar een samenhangend geheel van acties, interventies en beleidsmaatregelen ontwikkelen.’ ACT2ACT sluit mooi aan op ASAS, een project waarin Vos een rol speelt. Het onderzoekt hoe ouders en familie, maar bijvoorbeeld ook het kinderdagverblijf kan bijdragen aan gezonde beweeggewoontes van 0- tot 3-jarige kinderen.

Lange adem

Wat levert de samenwerking zoal op? Volgens De Vries gaat het naast bruikbare kennis uit projecten om uitkomsten van langlopende processen. ‘Een mooi succes van langjarige samenwerking is de wet- en regelgeving rond bewegingsonderwijs. Vanaf 1 augustus 2023 zijn scholen in het primair onderwijs verplicht tenminste twee lesuren bewegingsonderwijs per week te laten geven door een bevoegde leerkracht. Daar heeft kennis rond het belang van goede motorische vaardigheden op jonge leeftijd aan bijgedragen. In de lobby richting politiek is goed kwantitatief en kwalitatief onderzoek onmisbaar, zoals dat van MOOI en eerdere programma’s.’ Vos: ‘Hier zie je ook goed hoe belangrijk een lange adem is. Vanuit de lectoraten bouwen we al jaren aan brede samenwerkingen die uiteindelijk bijdragen aan borging en continuïteit. De MOOI-projecten lopen steeds ongeveer drie jaar, maar iedereen beseft dat je voor complexe vraagstukken eerder in termijnen van tien jaar moet denken. Door de samenwerking te bestendigen, kun je op de langere termijn veel meer impact realiseren.’

Bottom-up- én top-down

Systeemverandering dus, en precies dat is de inzet van de SPRONG-groep PASS, een vanuit SIA en MOOI in Beweging ondersteund initiatief van het lectorenplatform. PASS staat voor ‘Professionalisering om een sprong te maken van lokale Actie naar Systeemverandering voor Sport en bewegen’. In SPRONG werken 8 hogescholen samen met 46 regionale en landelijke kennis- en werkveldpartners. Concreet onderdeel is het ‘Bruggenbouwerstraject’, waarin sleutelfiguren gezamenlijk leren en ontwikkelen bevorderen. Ze zijn change agents die samenwerking stimuleren en praktijkgericht onderzoek versterken in living labs, aldus Vos. ‘Het is een pittige uitdaging om met al deze organisaties als het ware 1 multidisciplinaire onderzoeksgroep te vormen. Dus met studenten, docenten, onderzoekers, inwoners, professionals, ondernemers, bestuurders en regionale en landelijke beleidsmakers. De kracht zit als het goed is straks in de verbinding tussen bottom-up– en top-down-initiatieven. We willen ons daarbij met name richten op de complexe vraagstukken van MOOI in Beweging. Ik verwacht dat SPRONG de impact van de MOOI-projecten zo kan vergroten.’

Samen agenderen

Hoe kijken De Vries en Vos naar de toekomst? Beide lectoren zien veel kansen in het uitbouwen van een interdisciplinair lerend netwerk van onderzoek, onderwijs, praktijk, beleid, private partners én burgers zelf. Dat maakt het mogelijk de samenwerking rond sport- en beweegonderzoek verder te verdiepen. De Vries: ‘Vanuit ons platform hebben we als hbo’s al vroeg de samenwerking gezocht met zowel de universiteiten – onder meer via het Watertorenoverleg – als met de onderzoekspraktijken vanuit het mbo. Daardoor is een verbinding ontstaan tussen de meer klassieke academische wetenschap en praktijkgericht onderzoek, dat elkaar zo kan aanvullen en versterken. Het zou mooi zijn als we het agenderen met elkaar oppakken, en via MOOI in Beweging de samenwerking tussen mbo, hbo en universiteit bestendigen.’

Van believer naar bruggenbouwer

Hebben beide lectoren nog een oproep aan ‘het veld’? De Vries: ’Zoek elkaar op en blijf vooral samenwerken. We weten met z’n allen al heel veel, dus leer van elkaar. Je hoeft het wiel niet opnieuw uit te vinden. Er is veel te winnen in het samen stappen zetten van ontwikkelen en innoveren naar implementeren en uiteindelijk borgen.’ Vos: ‘Blijf geloven in wat je doet, maar besef dat het niet genoeg is om mensen buiten jouw eigen wereld te vertellen dat sport en bewegen belangrijk is. Daarmee win je de ander niet per se, hoe bevlogen je ook bent.’ De Vries beaamt het: ‘De mensen in de wereld van sport en bewegen zijn enorm enthousiaste pleitbezorgers voor hun thema’s. Maar het is inderdaad goed de stap te zetten van believer naar bruggenbouwer. En juist ook de dwarsverbanden te vinden met andere grote vraagstukken van deze tijd, van de noodzaak te investeren in menselijk kapitaal tot klimaatbeleid.’

Colofon

Tekst: Marc van Bijsterveldt (augustus 2025)

Foto Sanne de Vries: privébezit

Foto Steven Vos: ZonMw Impuls Magazine

Sanne de Vries is lector Gezonde Leefstijl in een Stimulerende Omgeving aan De Haagse Hogeschool. Steven Vos is lector bij Fontys Sport en Bewegen en hoogleraar aan de Eindhoven University of Technology (TU/e). Het Lectorenplatform Sport en Bewegen wordt gevormd door lectoren die werkzaam zijn bij de acht sporthogescholen van Nederland. Deze hogescholen bieden bachelor en hbo-masterprogramma’s aan gericht op sport en bewegen.

Meer informatie

Website Lectorenplatform Sport en Bewegen